De paus was moe. Levenslang had hij gekregen en opeens deelde hij mee dat hij zijn tijd niet kon uitzitten. De kracht om zijn ambt nog goed uit te oefenen ontbrak hem, zei hij, en hij vroeg invrijheidstelling. Ik kon het me heel goed voorstellen. Al dat reizen, al dat aan- en omkleden, steeds die rode schoenen aan en uit, het moest hem gewoon te veel geworden zijn. Hij wilde wel blijven schrijven, liet hij weten.
De aankondiging kwam in februari 2013, bij het begin van de vasten. Het was een moeilijk moment voor mij. Want het is me met de paplepel ingegeven: doorbijten, volhouden, nooit opgeven. En plots gebeurde er zoiets: de hoogste morele instantie zag het niet meer zitten. Kort van te voren had Beatrix al troonsafstand gedaan en toen gaf de paus het ook nog eens op. Je zou voor minder van je geloof afvallen.
Ik wist niet meer hoe ik de vasten zou kunnen volhouden, zo zonder paus. De moed zonk me in de schoenen bij de gedachte aan al die dingen die ik me had voorgenomen: elke dag studeren, opgewekt mijn huishoudelijke taken doen, de hele dag mindfull rondlopen en regelmatig schrijven. Om nog maar te zwijgen van mijn dieet. Als ik dat allemaal alleen zou moeten doen, midden in een geloofscrisis, het zou me nooit lukken. Gelukkig was er toen mijn buurvrouw. Voorzichtig vroeg ze of ik zin had samen te gaan weightwatchen, dan was tenminste het probleem van het dieet al van de baan. En zo begonnen we punten te tellen, gingen al eens wat vaker wandelen en stuurden berichtjes naar elkaar over ieder gram die ervan af ging. Of eigenlijk over iedere gram die er bij haar vanaf ging. Niet bij mij. Mijn geest was gewillig, maar mijn vlees was zwak.
Ik kreeg oprecht medelijden met de paus. Want die had dat nooit eens kunnen doen, met de buurvrouw afspreken en van gedachten wisselen. Altijd had hij er alleen voor gestaan. Zijn broer woonde te ver weg en op zijn butler kon hij ook niet rekenen. Hopelijk heeft hij het schrijven tenminste kunnen volhouden. Ik weet nu zelf hoeveel plezier dat geeft. Hij heeft een trouwe groep lezers en een buitenverblijf waar hij zich kan terugtrekken, maar of dat genoeg is? Weer zo heel alleen? Soms denk ik, ik wou ik dat ik zijn buurvrouw was. Ik zou wel weten wat ik hem zou voorstellen. “Uwe Heiligheid”, zou ik dan voorzichtig vragen, “Uwe Heiligheid, wat denkt u, zin om lid te worden van een schrijfclub?”
Eén reactie op “Blijven schrijven”
Blijven schrijven Ingrid, volhouden! Ik beleef er telkens opnieuw deugd aan.
LikeGeliked door 1 persoon