In de vissenkom – Zout en een vriendje

Het ging niet goed met de vis. Zijn huid verbleekte en met zijn kopje naar beneden hing hij dof en lusteloos in het water, alsof het leed van de hele wereld op zijn schouders rustte. Ik heb het niet met eigen ogen gezien maar vernam het net voordat we met vrienden op vakantie vertrokken naar Puglia. Ik heb geen hond of kat, zoals Martine (Martine, het spijt me, ik was/ben een van die crawlers), en hoef dus ook geen onderkomen voor hen te zoeken of te bedenken hoe ik ze goed verzorgd achterlaat wanneer ik op vakantie ga. Die kopzorgen blijven me bespaard. Maar een vis, merkte ik, kan ook aardig wat van je gedachten in beslag nemen. Nagelbijtend zat ik in het vliegtuig. Arme vis, dacht ik. Ik had hem wat meer moeten ontzien, hem niet aldoor moeten vertellen wat er allemaal loos is in de wereld. Hoe moeilijk samenleven en samenwerken is. Misschien was hij daarvan wel depressief geworden. Had ik maar gezwegen over de vaandelvlucht van de liberalen. Over individualisme en rechts-extremisme. Over grensoverschrijdend gedrag. Oei, vroeg ik me ineens af, de wel heel dikke man naast me in het vliegtuig zit voortdurend met zijn knie en bovenbeen tegen de mijne – is dat grensoverschrijdend? Moet ik klacht indienen? 

Navraag had uitgewezen dat de vis zout en een vriendje nodig had. Ha, was mijn eerste gedachte, vis, zee, zout, logisch. En een vriendje gaat hem goed doen. Niemand is gemaakt om alleen te blijven. Tot bleek dat de logeervis de nieuwe vis de eerste dagen geen blik waardig keurde. Het stelde me zwaar teleur. Toen ik er wat meer over had nagedacht kon ik het dan weer best begrijpen. Een vis die zijn territorium, ik bedoel aquarium, opeens moet delen – dat brengt spanningen met zich mee. In de gewone wereld is dat toch ook zo? Waar mensen van hogerhand worden samengebracht, daar werkt het samenleven niet. Huiverend hoopte ik dat er geen slachtpartij van kwam. Ik zag het bloederige klotsen in de kom al voor me. 

Gelukkig is het zover niet gekomen. Voorzichtig zijn de twee vissen aan elkaar gewend geraakt, wat ik een paar dagen geleden zelf heb kunnen constateren. Ze gedragen zich afstandelijk maar hoffelijk, echt waar, het samenleven lijkt voorlopig best te lukken. Over Palestina en Israël ben ik maar niet begonnen. Als het conflict op de hele wereld is overgeslagen is het nog tijd genoeg. In plaats daarvan heb ik over onze vakantie verteld. Puglia was warm, zei ik, heerlijk warm. Letterlijk en figuurlijk. De zon scheen uitbundig, het gezelschap was aangenaam en het onderkomen ook. We mochten een paar keer bij de Italiaanse buren aanschuiven en smulden van alle gerechten die uit de uiterst eenvoudig ingerichte keuken kwamen. We genoten van het luidruchtige converseren en het gesticuleren, verstonden niks en begrepen alles. Echt, zo simpel kan het leven zijn.

Martine en Ingrid, u kent ze als bloggers, corresponderen ook met elkáár – al dan niet via hun bonte beestenboel – over wat het dagelijks leven met hen doet. En het aardige is: u mag allemaal meelezen.

13 reacties op “In de vissenkom – Zout en een vriendje”

  1. Gemengde gevoelens, hoor. Gezelschap is een stap in de goede richting, maar ik blijf het zielig vinden, zo’n vis in een bokaal. Ik las onlangs nog een gedicht van Paul Snoek (!) die dat ook aankaart. (Gedicht voor een vriend in de bundel Schildersverdriet)
    Los daarvan schrijf je leuk en lees ik je graag.

    Geliked door 1 persoon

Reageren? Graag!

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.

INGRID VANDERKRIEKEN