De Dom is vandaag van elf tot zes voor het publiek geopend en in een nostalgische bui glip ik door de kleine ingang rechts van de bronzen Wolfsdeur naar binnen.
Jarenlang stond er altijd wel een gedeelte van de Akense Dom in de stellingen maar nu kan je overal vrij bewegen. In het midden van het octogoon hangt de grote Barbarossaluchter nog steeds spectaculair zo´n dertig meter naar beneden en vooraan, hoog tegen één van de acht blauw geaderde, marmeren zuilen, blikt Maria als vanouds welwillend naar beneden. Ik hoor Duits, Frans en Spaans en bij het preekgestoelte staat een Nederlandstalige gids heftig te gesticuleren. Ik sta even stil en luister, loop dan vóór het altaar door en ga zitten. Links in de kerk, op een lage kerkstoel aan het begin van de rij. Net als vroeger.
Blauwe en gouden mozaïeken stralen me tegemoet. Een dikke, vierkante zuil belemmert het zicht op het altaar maar van hieruit kan je goed volgen wat er op het oksaal gebeurt. Automatisch glijdt mijn blik ernaartoe. Daarboven zongen mijn zonen ter ere van God zowat de ziel uit hun lijf. Of nee, ter ere van Herr Roth, de opa-achtige en dikbuikige dirigent van het Aachener Domchor. Hoe die man door de kinderen werd aanbeden! Vooral omwille van zijn Chesna, waarin ze een kwartier mochten meevliegen zo gauw ze bewezen hadden het Credo van buiten te kennen. Hun moeders ook. Ik heb er een groot respect voor vliegtuigen aan over gehouden.
Ach, het Domchor. Zonder het koor had ik me nooit kunnen verzoenen met het wonen in Aken. Wat een geluk dat Frau Heck, de kleuterjuf, ons attent maakte op de muzikaliteit van onze tweede zoon en het bestaan van de Domsingschule, een lagere school, waar jongens – nu ook meisjes – door dagelijks muziekonderricht worden voorbereid op opname in het Aachener Domchor. Onze zoon daar aanmelden, en later ook zijn jongste broer, maakte dat we ons meer thuis begonnen te voelen in de stad waar we twee jaar tevoren naartoe waren verhuisd. Tot dan reden wij ieder vrij moment terug naar Noord-Limburg, naar waar mijn man en ik zijn opgegroeid, waar onze kinderen werden geboren en waar het grootste deel van onze familie en vrienden wonen. Toen onze zonen eenmaal in het koor waren opgenomen lukte dat niet meer zo vaak. Ze moesten repeteren, de hoogmis zingen, en op kerkelijke hoogdagen de vespers. Ze zongen de Mattheuspassie en de Johannespassie, de Stabat Mater en kerstconcerten. En overal ging een van ons mee naartoe. Pas toen kregen wij vrienden in Aken en voelde ik me hier niet zo meer zo verloren.
Ik kijk achterom. Daar, vanuit de Nicolaaskapel, kwamen ze per twee de kerk binnen, de mannen in een zwarte talaar met wit rochet en de knapen in een rode. Ik zie mijn zonen nog lopen en voel weer de trots op hun muzikaal talent, op hun aanpassings- en uithoudingsvermogen. Ik herinner me hoe mijn hart zwol bij het horen van de sacrale muziek en hoe dankbaar ik was te mogen deelnemen aan de Akense geloofs- en koorgemeenschap. De betovering was zo groot dat ik heel zeker was van het bestaan van God.
Terwijl ik opsta en genietend van alle blauw en goud weer naar het voorportaal loop, valt me op dat ik hier niets ruik. Geen geur van brandende kaarsen, geen vleugje wierook, geen boenwas, niets. Ik zal nog eens moeten terugkomen. Volgende zondag misschien, naar de hoogmis. Want – hoewel ik niet meer geloof in een persoonlijke God en de Kerk als instituut veel van zijn glans heeft verloren – ik houd nog altijd van haar muziek en rituelen.
20 reacties op “Blauw en goud”
Jullie verhuizing was inderdaad een heel grote stap voor de familie, door aan de Akense gemeenschap deel te nemen werden jullie ingeburgerd! Dat was het beste advies!
Heel mooi geschreven, kan het me heel goed voorstellen!
Als bij ons het koor zingt heb ik precies dezelfde gevoelens!!
LikeGeliked door 2 people
We hebben het allemaal nodig, denk ik, het gevoel ergens bij te horen.
Dat we van jullie ooit jetons kregen voor op de Bend zal ik ook nooit vergeten!
LikeGeliked door 1 persoon
Op zondagochtend de hoogmis zingen was destijds niet altid even fijn. Ondertussen denk ik graag terug aan deze tijd! De Mattheuspassie…wow!
LikeGeliked door 2 people
Het was niet altijd makkelijk, dat wisten wij ook. Fijn dat je er toch ook positieve herinneringen aan hebt.
LikeGeliked door 1 persoon
Mooie herinneringen verweven met je kinderen, muziek, meditatie en geuren geven het leven glans , troost en nieuwe energie.
LikeGeliked door 2 people
Mooie samenvatting, Cornelia.
LikeGeliked door 1 persoon
Mooi beschreven herinneringen, Ingrid. Ik wist niet (meer) dat je uit Noord-Limburg komt.
LikeGeliked door 2 people
‘Home is were the heart is’
Zo voel ik me al sinds ‘83 thuis ‘euver de peul’
LikeGeliked door 2 people
Een mooie spreuk, maar voor mij lag het toch iets moeilijker.
LikeGeliked door 1 persoon
Ik denk dat ik eens een heel stuk terug op je blog moet gaan lezen
LikeGeliked door 2 people
Ik bedoel, ik ben de liefde gevolgd, maar dat het me licht is gevallen, kan ik niet beweren.
LikeGeliked door 1 persoon
Ah, ja, kan ik me voorstellen. Ik ben geïmmigreerd, en mijn man is naderhand bij me komen wonen. En dat emigreren stelde ook nog eens niet veel voor: de grenspaal staat in onze tuin 😀
LikeGeliked door 2 people
Ik ben helemaal niet gelovig maar als ik in het buitenland een kerk zie word ik er naartoe gezogen. Ik moet er binnen, de sfeer er zo bijzonder.
Ik hou vooral van de heel sobere exemplaren.
LikeGeliked door 2 people
Dan moet je niet in de Dom van Aken zijn…
LikeGeliked door 2 people
Super Ingrid,wo man singt da lass Dich nieder ,böse Menschen kennen keine Lieder!
LikeGeliked door 2 people
Dankjewel, Roos! Jij begrijpt het natuurlijk ook, het belang van muziek en koorgemeenschappen.
LikeGeliked door 1 persoon
weer een mooie, vol nostalgie…
LikeGeliked door 2 people
Dankjewel!
LikeGeliked door 1 persoon
Boven in die Chesna kon je hoog zingen zeker?
Je verhaal doet me denken aan je rondleiding in de Dom tijdens mijn bezoek verleden jaar. Fijn om te lezen
grts
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel!
En: ik zong daar eerder een toontje lager. Ging bijna dood van de schrik.
LikeGeliked door 1 persoon