Moe van al het moeten
sjokt hij over het strand
en laat een vlieger op.
Een ruit met een gezicht
dartelt in de wind.
Samen met zijn kind
houdt hij het touwtje vast,
trekt zwijgend aan de lijn.
Om hem los te laten
is hij nog te klein.
Moe van al het moeten
sjokt hij over het strand
en laat een vlieger op.
Een ruit met een gezicht
dartelt in de wind.
Samen met zijn kind
houdt hij het touwtje vast,
trekt zwijgend aan de lijn.
Om hem los te laten
is hij nog te klein.
INGRID VANDERKRIEKEN
14 reacties op “Vliegeren”
Vroeger ,1950 – 1960 maakte wij ‘windvogels’ die kwamen ook altijd terug maar soms met een harde klap op de grond. Grts
LikeGeliked door 1 persoon
Ook met lijm van gekookte aardappelen?
LikeLike
Dat kan ik me niet herinneren. Bruin inpakpapier dat we met koord of garen bevestigde aan twee gekruiste stokjes.
LikeGeliked door 1 persoon
Waar wij nog content mee waren…
LikeLike
Een juweeltje…
LikeGeliked door 1 persoon
Ha Christine, voel me zeer gevleid. Komt voort uit jouw workshop poëzie!
LikeLike
Vliegeren?
Nostalgische jeugdherinneringen breng jij terug.
Stille groet,
LikeGeliked door 1 persoon
Fijne herinneringen, hoop ik.
LikeLike
Jazeker!
Vrolijke groet,
LikeGeliked door 1 persoon
Wat een goed gedicht met een geweldige laatste zin!
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel!
LikeLike
Mooi!
LikeGeliked door 1 persoon
Dankjewel!
LikeGeliked door 1 persoon
[…] Vliegeren van […]
LikeLike